Martin van de Reep leert ons over uilen!

Het is 9 maart 2023. Buiten is het guur, koud en er vallen dikke sneeuwvlokken. Gelukkig zitten we vanavond binnen in het clubgebouw en is het behaaglijk. Vanavond is Martin van de Reep door het bestuur uitgenodigd om een presentatie te geven over: uilen!


Door: Leo Rütgers.

Martin van de Reep komt niet alleen. Hij heeft Michel Hoogervorst meegenomen. Beiden zijn lid van de werkgroep kerkuilen en steenuilen die de uilen ondersteunt in Nootdorp/Pijnacker, Leidschendam/Voorburg, Wilsveen/Stompwijk, Zoeterwoude, Gelderswoude. De werkgroep is onderdeel van de stichting Werkgroep Groenbeheer Nootdorp Leidschendam. Meer informatie is te vinden op hun website WWW.WGNL.NL Martin verzorgt de presentatie. Hij is een gezellige prater en vertelt enthousiast over diverse uilensoorten en over het werk wat de werkgroep doet.

Er zijn een aantal soorten uilen in Nederland: de Ransuil, Steenuil, Bosuil, Steenuil, Kerkuil en Oehoe. Een aantal van deze soorten kunnen we daadwerkelijk zien want beide heren hebben een vitrine met daarin een aantal soorten uilen meegenomen. Deze uilen leven uiteraard niet meer, maar zijn opgezet. Zo kunnen we ze mooi van dichtbij bekijken en de verschillen tussen deze prachtige vogels zien. Aan de hand van overzichtskaarten laat hij zien waar en hoeveel van de diverse uilensoorten zijn waargenomen in Nederland. De uil komt van oorsprong uit het Middellandse Zee gebied en heeft zich van daaruit over de wereld verspreid. Het is interessant om te zien dat je op die kaarten goed kunt zien waar de concentraties van de diverse soorten uilen zitten afhankelijk van hun habitat.

Wist je dat er zo’n 30 jaar geleden geen kerk- en steenuilen in deze omgeving te vinden waren? De werkgroep is zo rond 1970 begonnen met het ophangen van specifieke nestkasten voor deze uilensoorten. Verleden jaar hebben ze bijvoorbeeld 52 nestkasten opgehangen voor kerkuilen en daarvan zijn 12 gebruikt om in te broeden. Naast de kerkuilen zijn er ook 12 broedkasten door  steenuilen gebruikt.

Het blijkt dat de uilen-populatie sterk afhankelijk is van het voedselaanbod. Muizen vormen een belangrijk deel van hun voedsel (aan jongen). Maar weten wij dat ze eigenlijk insecteneters zijn? In heel Nederland waren er in 2019 3852 broedparen en afgelopen jaar nog maar 2000! Er wordt gezocht naar verklaring(en). De botjes en ander onverteerbaar materiaal dat in hun voedsel zit, braken ze uit: de braakbal. Ze produceren één braakbal per dag.

Het werk van werkgroep bestaat dus onder meer uit het ophangen van nestkasten maar zeker ook uit het ringen van de uilen. Dit gebeurt met knijpringen wanneer de jonge uilen zo’n 20 tot 25 dagen oud zijn. In de broedperiode betekent dit dan ook dat Martin, die gediplomeerd ringenknijper is (hij heeft een opleiding van 7 jaar gehad!), vele honderden kilometers aflegt. Wist je dat een uil vier tenen heeft? Jongen zitten na zo’n zestig dagen op de rand en na 70 tot 90 dagen vliegen ze echt uit en zijn ze weg. Als er veel voedselaanbod is, willen ze nog wel eens aan een tweede broed beginnen. Mannetjes broeden niet, ze zorgen alleen voor voedselaanvoer. Kerk- en steenuilen worden in de natuur rond de vijf jaar oud. In gevangenschap zou dat zo’n 16 jaar kunnen worden.

Martin laat ons mooie foto’s zien van alle soorten uilen en het werk van de werkgroep. We krijgen gelegenheid om vragen te stellen. Dan is het tijd voor een pauze. Er vindt een kleine verloting plaats. Maar hier ontstaat wat opschudding omdat de mand met verkochte lootjes op de grond valt. Martin laat zich niet kennen en helpt ook met het bijeenrapen van de lootjes.

Na een korte pauze gaan we weer verder. Uilen jagen ’s nachts. Je hoort ze niet als ze vliegen. Daarom is het onderhoud van hun verenkleed uiterst belangrijk. Ze zijn daarvoor goed uitgerust doormiddel van een soort kam die ze bij zich dragen aan de vleugels. Wist je dat ze hun ogen niet kunnen bewegen? Daarom kunnen ze met hun hele hals draaien: 270 graden! Ze hebben dan ook 14 nekwervels (wij hebben er 7). Ze hebben ook zogenaamde knipvliezen voor hun ogen die hun ogen kunnen beschermen. De oren zijn open gaatjes en zitten op verschillende hoogte ten opzichte van elkaar. Wist je dat uilen klepjes voor hun oren hebben? Dat komt goed uit als ze in een klokkentoren zitten! De veren op hun kop zijn hard en vormen een soort geluidsopvanger die het geluid naar hun oren leidt. Ze kunnen muizen horen lopen!

Bovenstaande is slechts een greep uit de informatie die Martin ons vanavond geeft en de vele avonturen die hij heeft beleefd rond zijn werk om de uilen-populatie te beschermen. Het is een leerzame avond. Na de presentatie bedankt de voorzitter namens de vereniging Martin voor zijn komst en onder luid applaus van de aanwezigen wordt de presentatie afgesloten.